Drie poorten naar het innerlijke land
- gilisbirgit
- 6 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
Soms worden de mooiste verhalen niet geschreven, maar geboren — uit stilte, uit licht, uit de fluistering van iets dat ouder is dan woorden.
Onder mijn handen groeiden drie tekeningen, elk hun eigen ritme volgend, als zaadjes die uit zichzelf wisten hoe ze moesten bloeien.
Pas toen ik mijn hand op elk van hen legde, begonnen hun geheimen zich te ontvouwen.
Mijn gedachten werden stil, mijn hart werd wijd, en uit de open ruimte kwamen beelden, gevoelens en een diep weten naar me toe — zachte stemmen, recht uit de wereld achter de sluiers.
Zo ontdekte ik dat deze drie werken samen een verhaal weefden: een stille roep, een reis naar binnen, een herinnering aan wie wij ten diepste zijn.

Tekening 1: De gevangen tuin
Er was eens een mens die rustte in een tuin, geweven uit gedachten en oude gewoonten.
Zijn hoofd was verbonden met een wortel, diep grijpend naar vergeten tijden.
Onder zijn voeten draaiden oude cirkels: wetten, gewoonten, angsten — een oneindige dans zonder begin of einde.
Je zou kunnen zeggen dat hij tevreden was in deze tuin, omringd door het bekende.
Maar diep in hem, als een zacht gefluister, leefde een ander verlangen.
Hij reisde, zocht, hoopte — en keerde toch telkens terug.
Rode bolletjes — fluisteringen van ooit geloofde wetten — hielden hem op zijn plek.
Zelfs de gouden lichtjes, die fonkelden als vrijheid, bleken zachte netten te zijn die zijn vleugels knevelden.
Toch, door de tuin slingerde zich een witte stroom — bijna onzichtbaar, als een lied dat slechts enkelen konden horen.
Zij die durfden luisteren, hoorden de roep naar een vrijheid die niet buiten lag, maar diep vanbinnen.
En wie het lied volgde, zag de tuin veranderen.
Oude wortels werden losgemaakt, nieuwe zaadjes geplant — zaadjes die groeiden uit ware verlangens.
En langzaam, stap voor stap, werd de tuin een thuis.
Niet langer een plaats van overleven,
maar van puur en levend zijn.

Tekening 2: De reis naar het weten
Er was eens een mens die langs alle bekende wegen wandelde.
Hij vroeg wijze mannen om raad, oude boeken om wijsheid, de sterren om tekens.
Maar de deuren bleven gesloten, de paden liepen dood.
Tot op een dag, moe van het zoeken en stil van het wachten, hij bleef staan.
Om zich heen zag hij niets wat hem leidde.
En in dat niets koos hij — niet om verder te rennen, maar om te blijven.
Hij koos ervoor het niet te weten.
In die stille overgave viel een lichtstraal op hem neer — zacht, helder, stil.
Als een dauwdruppel boven zijn hoofd hing een nieuwe gedachte — niet van buiten, maar geboren uit de diepte van zijn wezen.
Hij sloot zijn ogen en daalde af.
Dieper dan woorden, dieper dan angst, dieper dan gedachten.
En daar vond hij het veld.
Een plek die tegelijk hemzelf was, en de zee, de sterren, de bomen.
Hij voelde: hij was nooit alleen geweest.
De antwoorden waren altijd binnenin hem geweest, wachtend als vogels in een heimelijke tuin.
En zo begon zijn echte reis.
Niet langs gebaande wegen,
maar langs paden die alleen verschijnen wanneer je durft te wandelen met gesloten ogen en open hart.

Tekening 3: De ontwaakte draak
Er was eens een mens die, door niet langer te vechten maar zacht naar binnen te keren, iets wonderlijks begon te ontwaken: zijn eigen levenskracht.
In het begin voelde deze kracht vreemd en ongrijpbaar, als een grote onzichtbare draak die diep in hem sluimerde.
Maar deze draak was geen monster.
Zij was liefde — zacht, krachtig, onmetelijk vrij.
In haar hart droeg zij een schat: de zielskracht van de mens zelf.
Een kracht die niet wilde heersen, maar wilde verbinden,
niet wilde overwinnen, maar wilde leven.
Hoe meer de mens zijn eigen wezen eerde, hoe sterker zijn moed groeide om de draak toe te laten.
En met elke stap begon hij anders te leven: authentieker, liefdevoller, krachtiger — geworteld in de waarheid van zijn hart.
Onderaan, verscholen in de tekening, lag een drakenei.
Een stille belofte.
In dat ei lag het potentieel om het leven te laten bloeien, rijker en voller dan ooit tevoren.
Niet uit egoïsme, maar gedragen door het verlangen om in elke situatie het beste van zichzelf te geven — vanuit zijn ware wezen.
De draakenergie volgen is geen wedstrijd,
maar een zachte tocht — stap voor stap.
Elke uitdaging een uitnodiging om opnieuw te kiezen:
Niet vanuit angst,
maar vanuit leven.
En wie deze draak omarmt,
vindt een thuiskomen dat geen huis nodig heeft.
In ieder van ons wacht deze kracht — geduldig, zacht.
Tot wij zelf kiezen om haar tot leven te wekken,
en het drakenei barst van licht.
En zo weven de tuin, de reis en de draak een lied dat eeuwig in ons leeft.
Misschien hoor jij het ook — heel zacht, als een roep diep in jezelf.
Misschien is het nu de tijd om te luisteren.
Birgit Gilis
Comments